Wanneer je met pensioen gaat, moet je de Sociale Verzekeringsbank of je pensioenfonds laten weten of je de heffingskorting wilt laten toepassen. Veel aankomende AOW-ers vragen zich af bij welke instantie ze de heffingskorting “aan” moeten zetten.
Bij je maandelijkse AOW-uitkeringen of pensioenuitkeringen wordt dan rekening gehouden met de korting op je te betalen belasting. Dit betekent dat de Sociale Verzekeringsbank of je pensioenfonds minder belasting (loonheffing) inhoudt vanwege deze korting.
In 2025 bedraagt de heffingskorting voor AOW-ers € 1.536 minus 3,17% van (het verzamelinkomen min € 28.406). Dus een AOW-er met een inkomen tot € 28.406 heeft recht op de volledige heffingskorting van € 1.536.
Het is absoluut af te raden om de heffingskorting bij twee instanties tegelijk in te schakelen. Dit zou namelijk betekenen dat er twee keer een heffingskorting wordt toegepast, wat kan leiden tot bijbetaling nadat je belastingaangifte is gedaan.
Bij de keuze voor welke instantie je de heffingskorting moet inschakelen, is de hoogte van je jaarlijkse uitkering belangrijk. Als je het bij de Sociale Verzekeringsbank doet, kun je ervan uitgaan dat de volledige heffingskorting wordt verrekend, omdat de AOW-uitkering met ongeveer € 14.000 (voor gehuwden) ruim onder de grens van € 28.406 ligt.
Als je daarnaast een pensioen van bijvoorbeeld € 14.000 hebt, is er verder geen probleem. Het probleem ontstaat wanneer je naast je AOW een pensioen hebt van meer dan ca. € 14.400. In dat geval wordt de loonheffing afgebouwd met 3,17% per euro die het inkomen van € 28.406 overstijgt. Bij een totaal inkomen van ongeveer € 76.000 bruto per jaar (bijvoorbeeld € 62.000 pensioen naast je AOW), blijft er geen heffingskorting meer over.
Kortom, wees voorzichtig waar je de heffingskorting aan zet. De Sociale Verzekeringsbank en het pensioenfonds kijken alleen naar de uitkeringen die zij betalen. Het is verstandig om de heffingskorting aan te zetten bij de instantie met de hoogste uitkering. Bij een totaal inkomen van ongeveer €50.000 tot € 76.000 bruto per jaar is het misschien zelfs beter om de heffingskorting helemaal niet aan te zetten. Je mist in dat geval dan misschien wat heffingskorting gedurende het jaar, maar dit wordt rechtgetrokken bij je belastingaangifte. Zo voorkom je dat je belasting moet bijbetalen.
En let bij bovenstaande problematiek ook op eventuele andere belastbare inkomensbronnen, zoals bijv. lijfrente uitkeringen.